Het plegen van terreuraanslagen is een zondigheid, agressie en een afschuwelijke misdaad. Het is een vorm van verraad en een schending van de zaken die de Islam onschendbaar heeft gemaakt, zoals de levens, de bezittingen, de veiligheid en de stabiliteit van de mensen. Zo een daad kan enkel gepleegd worden door een zondaar wiens hart gevuld is met wrok, verraad, afgunst, onrecht en haat voor het leven en voor het goede.

De moslims hebben dan ook geen onenigheid over het feit dat zulke praktijken verboden, afschuwelijke misdaden en verschrikkelijke zonden zijn. De Koranverzen en profetische overleveringen over het verbod op zulke misdaden zijn talrijk en welbekend.

De Raad van de Grote Geleerden van Saudi-Arabië
(fatwa uit 1995)

Bron: Al-Fataawa ash-Shar’iyyah fie al-Qadaaya al-‘Asriyyah: blz. 23