1- Kennis is de erfenis van de profeten. De profeten hebben namelijk geen goud of zilver achtergelaten, maar zij hebben kennis als erfenis nagelaten. Degene die kennis verwerft, heeft een overvloedig deel van de erfenis van de profeten verworven. Indien jij, die nu in de vijftiende eeuw leeft (van de islamitische jaartelling), behoort tot de mensen met kennis, dan behoor jij tot de erfgenamen van Mohammed ﷺ en dit is één van de grootste gunsten.

2- Kennis is blijvend, terwijl geld vergaat. Aboe Hoerayrah – moge Allah tevreden met hem zijn – behoorde tot de armsten van de Metgezellen. Soms deed de honger hem neervallen, waarna het leek alsof hij bewusteloos was. Ik vraag jullie bij Allah! Wordt Aboe Hoerayrah niet vandaag de dag nog steeds genoemd onder de mensen? Jazeker, hij wordt vaak genoemd. Hierdoor ontvangt hij een beloning vanwege het profijt dat de mensen hebben van zijn overleveringen. Dit komt omdat kennis blijvend is en geld vergaat. Het is dus aan jou, o zoeker naar kennis, om je vast te klampen aan de kennis. Het is authentiek overgeleverd dat de Profeet ﷺ heeft gezegd: ‘Wanneer een persoon sterft, stoppen al zijn daden, behalve drie: een doorlopende liefdadigheid, kennis waar men profijt van heeft of een rechtschapen kind dat smeekbeden voor hem verricht.’
(Overgeleverd door Moeslim)

3- De bezitter van kennis wordt niet moe van het bewaken van die kennis. Dit komt omdat als Allah jou voorziet van kennis, de plaats van deze kennis het hart is. Er zijn geen kluizen, sleutels of iets anders nodig voor het bewaren ervan. Kennis is in het hart veiliggesteld, in de ziel veiliggesteld. Tegelijkertijd is kennis jouw bewaker, omdat kennis jou beschermt tegen gevaar, met de toestemming van Allah, de Almachtige en Majesteitelijke. Kennis bewaakt jou dus, terwijl geld door jou wordt bewaakt. Je plaatst het geld in kluizen, achter slot en grendel, en ondanks dit alles ben je er nog niet gerust over.

4- De mens bereikt met kennis het niveau van degenen die getuigen van de waarheid. Het bewijs hiervoor is de Uitspraak van de Meest Verhevene: ‘Allah getuigt dat niets het recht heeft aanbeden te worden behalve Hij. En ook de Engelen en degenen die kennis bezitten (getuigen hiervan).’ [Soerat Aal ‘Imraan:18]

Heeft Allah gezegd: ‘Degenen die geld bezitten?’ Nee, maar Hij zei: ‘Degenen die kennis bezitten.’ Het is voor jou dus genoeg om trots op te zijn, o zoeker naar kennis, dat je behoort tot degenen die getuigen dat Allah De Enige is Die het recht heeft aanbeden te worden, samen met de Engelen die getuigen van de Eenheid van Allah, de Almachtige en Majesteitelijke.

5- De mensen van kennis behoren tot de twee soorten gezaghebbers wiens gehoorzaamheid Allah heeft opgedragen in Zijn Uitspraak: ‘O jullie die geloven, gehoorzaam Allah en gehoorzaam Zijn Boodschapper en de gezaghebbers onder jullie.’ [Soerat an-Nisaa-:59] Het woordje gezaghebbers in dit vers omvat de gezaghebbers onder de regeringsleiders, de geleerden en de studenten van kennis.

6- De mensen van kennis zijn degenen die standvastig zijn in de religie van Allah, de Verhevene, totdat het Uur aanbreekt. Het bewijs hiervoor zijn de volgende woorden van de Profeet ﷺ: ‘Degene met wie Allah het goede voorheeft, die geeft Hij begrip van de religie. Ik ben slechts een verdeler en Allah is de Gever. Deze gemeenschap zal altijd standvastig blijven in de religie van Allah. Degenen die hen tegengaan zullen hen niet schaden, totdat het Bevel van Allah (het Uur) komt.’
(Overgeleverd door al-Boekhaarie)

Imam Ahmed zei over deze groep: ‘Als zij niet Ahloel Hadieth (de mensen van de overleveringen) zijn, dan weet ik niet wie het wel zijn.’ Al-Qaadie ‘Iyaad zei: ‘Ahmed bedoelde hier de mensen van de Soennah mee en degenen die de geloofsovertuiging van Ahloel Hadieth aanhangen.’

7- De Profeet ﷺ heeft ons niet aangemoedigd om iemand te benijden om één van de gunsten waar Allah die persoon mee heeft begunstigd, behalve twee gunsten en die zijn:
* Het opdoen van kennis en het handelen hiernaar.
* De handelaar die zijn geld ten dienste van de Islam stelt.

De Profeet ﷺ zei namelijk: ‘Er is geen jaloezie, behalve in twee zaken: een persoon die van Allah geld heeft gekregen, waarna hij dit uitgeeft ten dienste van de waarheid en een persoon die van Allah wijsheid heeft gekregen, waarna hij deze praktiseert en anderen onderwijst.’
(Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim)

8- In een overlevering overgeleverd door al-Boekhaarie staat dat de Profeet ﷺ zei: ‘Het voorbeeld van de leiding en kennis waarmee Allah mij heeft gestuurd is als het voorbeeld van overvloedige regen die op een stuk aarde is gevallen. Een deel ervan was zuiver en accepteerde het water, waardoor zij veel planten en gewassen voortbracht. Een ander deel was droge grond die het water vasthield, waardoor Allah er de mensen profijt van bezorgde. Zij dronken ervan, lieten anderen drinken en verbouwden. Een gedeelte (van de regen) viel op een ander, onvruchtbaar stuk aarde, dat geen water vasthoudt en ook geen planten voortbrengt. Dit is het voorbeeld van iemand die begrip heeft van de religie van Allah en die profijt heeft van datgene waarmee Allah mij heeft gestuurd: hij leert en hij onderwijst. En het voorbeeld van iemand die daar niet naar omkijkt en die de leiding van Allah waarmee ik ben gestuurd, niet accepteert.’

9- Kennis is de weg naar het Paradijs, zoals de Profeet ﷺ zei: ‘Wanneer iemand een weg inslaat om kennis op te doen, zal Allah de weg naar het Paradijs voor hem vergemakkelijken.’
(Overgeleverd door Moeslim)

10- De Profeet ﷺ zei: ‘Degene met wie Allah het goede voorheeft, die geeft Hij begrip van de religie.’
(Overgeleverd door al-Boekhaarie)

Hiermee wordt bedoeld dat Hij van hem een Faqieh (geleerde) van de religie van Allah maakt. Met de fiqh in de religie worden niet alleen de praktische regels bedoeld, die bekend zijn bij de mensen van kennis. Wat ermee bedoeld wordt is: de kennis van de Eenheid van Allah en de fundamenten van de religie en alles wat samenhangt met de religie van Allah. Als er niets anders in de Koran en de Soennah te vinden zou zijn over de gunst van de kennis dan deze overlevering, dan zou deze genoeg zijn om aan te moedigen tot het opdoen van kennis over de religie en het begrijpen hiervan.

11- Kennis is een licht dat de mens kan gebruiken om zijn weg mee te verlichten. Hierdoor kan de mens weten hoe hij zijn Heer moet aanbidden en hoe hij Zijn dienaren moet behandelen, zodat hij dit doet op basis van kennis en inzicht.

12- De geleerde is een licht waarmee de mensen worden geleid in zaken van hun religie en zaken van hun wereldse leven. Velen van jullie kennen het verhaal van de man die behoorde tot de kinderen van Israël die 99 mensen had gedood. Hij vroeg naar de meest geleerde persoon op aarde, waarna hij werd verwezen naar een aanbidder (die geen kennis had). Hij vroeg hem of hij berouw kon tonen. De aanbidder stond versteld van deze zaak en zei: ‘Nee,’ waarna de man hem ook doodde en hiermee de honderd voltooide. Daarna ging hij naar een geleerde en vroeg hij hem hetzelfde. De geleerde vertelde hem dat hij zeer zeker berouw kon tonen en dat er niets tussen hem en het berouw in stond. Vervolgens verwees hij hem naar een land met rechtschapen inwoners, zodat hij daar naartoe kon gaan. Onderweg naar het land kwam de man te overlijden. (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim). Kijk naar het verschil tussen de geleerde en de onwetende!

13- Allah verheft de mensen van kennis in het Hiernamaals en in het wereldse leven. In het Hiernamaals verheft Allah hen in rang op basis van de mate waarin ze uitnodigden naar Allah en handelden naar hetgeen zij wisten. In het wereldse leven verheft Allah hen in rang onder Zijn dienaren op basis van hetgeen zij verricht hebben. Allah, de Verhevene, zei: ‘Allah zal degenen onder jullie die geloven en degenen die kennis is gegeven in rang verheffen.’ [Soerat al-Moedjaadilah:11]

Bron: ‘Kitaab al-‘Ilm’ van Imam Ibn ‘Oethaymien, blz. 13